arrow_back

Natuurmonumenten eerste natuurorganisatie met Laddercertificaat niveau 3

Natuurmonumenten kennen we als een organisatie die zich inzet voor het behoud van Nederlands(e) natuur en erfgoed. Niet als een organisatie die bij uitstek veel CO2 uitstoot. Toch heeft ook deze organisatie de stap gezet om een Laddercertificaat op niveau 3 te behalen. Waarom? Carolien van Slijpe, projectmanager, legt het ons uit.

Waarom heeft een organisatie die de natuur beschermt nog een CO2-Prestatieladdercertificaat nodig?

Carolien: ‘we zijn inderdaad een groene organisatie die zich inzet voor de natuur, maar het onderhouden van natuur betekent ook bezig zijn met machines, en vervoersmiddelen gebruiken om te komen bij onze gebieden. We stoten dus wel CO2 uit (1.937 ton in referentiejaar 2019, red.), die het de moeite waard maakt om kritisch naar onze eigen organisatie te kijken. Juist omdat we ook andere organisaties vragen natuur- en milieuvriendelijker te werken. Hoe kunnen we onszelf verbeteren? Kunnen we energie besparen, minder CO2 uitstoten, minder afval creëren, beter afval scheiden? Klimaatverandering is zeer schadelijk voor de natuur. Het structureel verminderen van CO2-uitstoot is ook een vorm van natuurbehoud en past dus bij onze organisatie.
Verder willen we aannemers stimuleren om klimaat- en natuurvriendelijk te werken. In de toekomst misschien wel met de CO2-Prestatieladder als aanbestedingsinstrument. Het op orde hebben van onze eigen zaken voor wat betreft duurzaamheid is daarbij natuurlijk een voorwaarde. Het hebben van het certificaat is onze bewijsvoering hiervoor.’

Je vertelt dat bij het onderhouden van de natuur CO2 vrijkomt, waar zit hem dat in?

Carolien vertelt dat er natuurgebieden zijn waaraan amper iets hoeft te worden gedaan, maar dat er toch ook plekken zijn waar men echt naartoe moet. ‘Denk aan bos dat moet worden onderhouden, wegen en paden die moeten worden onderhouden en grasland of riet dat moet worden gemaaid. De machines die hierbij nodig zijn verbruiken brandstof en bovendien moeten we nog op locatie komen. Veel gebieden zijn over de weg bereikbaar, maar we hebben ook onderhoudsgebieden die we alleen varend kunnen bereiken, met boten die nog niet elektrisch zijn en dus CO2 uitstoten.’ Carolien doelt dan niet op de kleinere excursieboten, die vaak wel elektrisch zijn, maar vooral op veerponten en onderhoudsboten die varen op diesel. Een voorbeeld van waar die boten heengaan is Tiengemeten, het kleinste bewoonde eiland van Nederland. Carolien: ‘Een prachtige plek waar mensen graag komen om te genieten van de (speel)natuur en om horecagelegenheden te bezoeken. Maar daar moet bijvoorbeeld ook weleens een sloot uitgediept worden. Daarvoor moet eerst alleen al een graafmachine over water worden vervoerd, om na de werkzaamheden, waarbij ook CO2 vrijkomt, weer dezelfde waterweg terug af te leggen.’ Zelfs voor een organisatie als Natuurmonumenten zijn dus nog genoeg werkzaamheden te noemen waarbij CO2 vrijkomt én waarvoor dus kansen zijn om die CO2 terug te dringen.

De doelstelling van Natuurmonumenten is om in 2025 30% minder CO2 uit te stoten dan in 2019. Naar welke maatregel die jullie daarvoor willen nemen kijk je het meest uit?

Carolien: ‘we hebben al groene stroom, dus die simpele maar effectieve maatregel hoeven wij niet meer te treffen. Waar we nog veel kunnen winnen zijn onze boten en het rijdend materieel dat diesel verbruikt: we willen snel overstappen op schonere brandstoffen. Er zijn synthetische brandstoffen op de markt, die veel CO2 besparen. Bij de keuze voor zo’n brandstof kijk ik wel naar de herkomst, en of deze brandstof niet juist op een andere plek de natuur schaadt.’ Carolien vertelt dat zij samen met haar team, dat zij de taskforce duurzaamheid noemt, de mogelijkheden aan het onderzoeken is. ‘We kijken waar en in welke mate wij een schonere brandstof kunnen inzetten. Ook willen we ons wagenpark en draagbaar materieel steeds meer elektrificeren. Dit bespaart niet alleen fossiele brandstof, maar is ook nog eens stiller, wat onze medewerkers én de dieren ten goede komt: het betekent minder verstoring in de natuur. En verder gaan we ook na de pandemie kijken hoe we de uitstoot die vrijkomt bij woon-werkverkeer en dienstreizen kunnen beperken door – al is het maar 20% van de tijd – thuis te blijven werken. Of door kritisch te kijken naar nationale en internationale bijeenkomsten: moeten we daar wel heen? En als we er echt heen moeten, kan het dan ook met het ov? Oké, het duurt misschien langer, maar dat loont zeker de moeite in termen van CO2-reductie.’

Kunnen we van Natuurmonumenten een volgende stap op de Ladder verwachten, dus een certificaat op niveau 4?

Daar hoeft Carolien niet lang over na te denken: ‘dat is inderdaad wel het plan. Het komende jaar richten we ons op het consolideren van ons huidige Laddercertificaat en proberen we de eerste stappen te zetten om onze voorgenomen maatregelen te kunnen treffen. Maar we gaan ook onderzoeken wat we moeten doen om de volgende Laddertrede te behalen en of dat voor ons mogelijk is en op welke termijn.’ Het is duidelijk dat Carolien en haar team op realistische en gedecideerde wijze bezig zijn met natuurbehoud in al haar facetten. En dat reikt verder dan alleen Natuurmonumenten: ‘we deelden al kennis met andere natuur- en onderhoudsorganisaties, maar nu we gecertificeerd zijn en aan de hand daarvan steeds meer kennis over CO2-reductie in onze branche opdoen, hoop ik dat we nog meer een inspiratiebron voor anderen kunnen zijn.’ 

Nu Natuurmonumenten als eerste organisatie in haar branche een certificaat op de CO2-Prestatieladder heeft behaald, kan gezegd worden dat dat alvast is gelukt.