arrow_back

Duurzame gemeente Bronckhorst: Stimuleren, faciliteren en het goede voorbeeld geven

Gemeente Bronckhorst is ambitieus als het gaat om duurzaamheid: in 2030 moet de gemeente energieneutraal zijn. Er zijn inmiddels imposante stappen in die richting gezet en momenteel laat Bronckhorst zich, als een van de eerste gemeentes van Nederland, certificeren op de CO2-Prestatieladder. Hoe pak je als gemeente de duurzame handschoen op?

Erik Mol is sinds 2007 duurzaamheidscoördinator van de gemeente. Duurzaamheid was vanaf het begin een belangrijk agendapunt, herinnert hij zich: “Toen de gemeenten Hengelo, Hummelo en Keppel, Steenderen, Vorden en Zelhem in 2005 fuseerden tot de gemeente Bronckhorst, werd duurzaamheid meteen op de agenda gezet. We waren er vroeg bij.”

De ambities van de gemeente hangen nauw samen met die van de rest van de Achterhoek. In het Akkoord van Groenlo werd een gezamenlijke ambitie geformuleerd, die werd ondertekend door verschillende gemeentes en andere partijen uit de regio: energieneutraal in 2030. Sindsdien houdt Mol zich bezig met de vraag: wat kan de gemeente doen op het gebied van duurzaamheid en, belangrijker nog, hoe neem je bewoners en ondernemers daarin mee? Zij moeten namelijk het echte werk doen, stelt Mol: “Wij kunnen aan de slag met ons gemeentehuis, wat andere gebouwen en een aantal vervoersbewegingen, maar de echte impact ligt bij inwoners en ondernemers.”

Stimuleren, faciliteren en het goede voorbeeld geven

Dat betekent niet dat de rol van de gemeente onbelangrijk is. Die heeft bijvoorbeeld een voorbeeldfunctie te vervullen, stelt Mol. Een goed voorbeeld daarvan is het gemeentehuis: na de fusie van de 5 gemeentes moest er een nieuw gemeentehuis komen. Die werd in 2010 opgeleverd als het duurzaamste gemeentehuis van Nederland. “Het gebouw heeft bijvoorbeeld geen gasaansluiting, uniek in die tijd”, aldus Mol. “Het laat zien dat we serieus zijn over duurzaamheid en actie willen ondernemen.”

Ook het stimuleren en faciliteren van anderen is een essentieel onderdeel van een gemeentelijk duurzaamheidsbeleid. Zo hebben gemeentes de kracht om wet- en regelgeving zo aan te passen dat verduurzaming toegankelijker wordt. Gemeente Bronckhorst bood (samen met Provincie Gelderland) bijvoorbeeld subsidies aan, die inwoners hielpen bij het verduurzamen van hun woning. Die werden op den duur vervangen voor een duurzaamheidslening, bedoeld om het probleem van de grote, initiële investering bij een duurzaamheidsmaatregel weg te nemen. “Speciaal voor hen die wel met duurzaamheid aan de slag willen, maar zich geen grote hap uit hun spaargeld kunnen veroorloven”, legt Mol uit.

Energiecoöperaties en een bijzonder zonnepark

Maar ook de gemeente moet zijn handen vuil maken, stelt Mol, al is het maar om de eerdergenoemde voorbeeldrol te vervullen. Inmiddels heeft gemeente Bronckhorst enkele indrukwekkend mijlpalen op zijn naam staan. Zo werd de nieuwe gemeentewerf in Hengelo, net als het gemeentehuis, energieneutraal en zonder gasaansluiting opgeleverd en rijden er binnen de gemeente inmiddels verschillende elektrische auto’s rond. De openbare verlichting werd daarnaast bijna volledig uitgerust met ledverlichting: een maatregel die moet leiden tot een energiebesparing van ongeveer 50 procent op het gebied van openbare verlichting.

Twee mijlpalen steken er voor Mol echter bovenuit: energiecoöperaties in de gemeente en solarpark De Kwekerij. “Energiecoöperaties zijn belangrijk voor de energietransitie, maar die kwamen in eerste instantie niet van de grond. Daarom hebben we zelf de handschoen opgepakt en met acht gemeentes de Achterhoekse Groene Energie Maatschappij (AGEM) opgericht”, vertelt hij. “Zo deden we ervaring en kennis op, waarmee we inwoners konden helpen om hun eigen coöperatie te starten. Inmiddels telt de gemeente er zes, dat vind ik echt gaaf. Bijkomend voordeel: we zijn als gemeente klant van onze eigen energiecoöperatie en hoefden dus geen aanbesteding te doen voor groene stroom.”

Solarpark De Kwekerij is een andere mijlpaal waar Mol trots op is. In 2011 werd een streep gezet door een groot bouwproject, resulterend in een perceel van 7 hectare zonder bestemming. “Ik had de droom om mijn groene achtergrond (ik was vroeger hovenier) te combineren met duurzame energie en vond een partij die dezelfde droom had.” Na vier jaar was het resultaat daar: een zonnepark van 7.000 zonnepanelen (goed voor 550 huishoudens) dat dubbelt als recreatiepark en groen gebied waar biodiversiteit kan floreren.

Hell of a job

Het moge duidelijk zijn: de gemeente maakt werk van duurzaamheid. Tegelijkertijd heeft het nog een lange weg te gaan om energieneutraliteit in 2030 te behalen. “Dat wordt een hell of a job”, aldus Mol. “De grote belemmering is het van de grond krijgen van duurzame energieprojecten; bestemmingsplannen sluiten daar vaak niet op aan. Ook de warmtetransitie wordt nog een puzzel. We zijn een plattelandsgemeente, daarom komen warmtenetten financieel gezien niet uit. Dan moet je dus op zoek naar alternatieven. Waterstof zou een optie kunnen zijn, maar daarvan is het afwachten of het kan en wat het prijskaartje zal zijn.”

Daarnaast was windenergie lange tijd geen optie in de gemeente, al komt daar nu verandering in. Mol: “We moeten wel voor windenergie gaan, anders redden we het niet. Maar dan wel op onze manier: de burger moet betrokken worden en mee kunnen financieren, zodat die ook de vruchten van een windenergieproject kan plukken. Daarom worden projecten alleen in overweging genomen waarbij minimaal 50 procent van het park gereserveerd wordt voor lokaal eigenaarschap.”

Afdeling Erik

Ondanks bovenstaande uitdagingen heeft Mol vertrouwen in de toekomst. Zo ziet hij bijvoorbeeld dat het bedrijfsleven steeds meer zijn verantwoordelijkheid neemt op het gebied van duurzaamheid. Maar ook de eigen organisatie ziet hij meegroeien met de tijd: “Ik sprak vroeger weleens over Afdeling Erik. Alles wat met duurzaamheid te maken had, kwam op mijn bordje terecht. Maar dat begint te veranderen.”

“Iedereen neemt tegenwoordig een stukje duurzaamheid voor zijn rekening. Dat is wat je wilt, want duurzaamheid heeft overal raakvlakken mee. Of het nu gaat om verkeer of ruimtelijke ordening”, vervolgt hij. “Op die manier maak je veel meer impact. Officieel heeft de gemeente Bronckhorst 2 fte beschikbaar voor duurzaamheid, maar eigenlijk is dat veel meer. Het is tegenwoordig een logisch onderdeel van alle portefeuilles.”

CO2-Prestatieladder

Ook certificering op de CO2-Prestatieladder was logisch voor de gemeente, al zijn er vooralsnog weinig gemeentes in Nederland die deze keuze maakten. “Bij aanbestedingen vragen we van bedrijven dat ze gecertificeerd zijn op de CO2-Prestatieladder. Dan is het niet meer dan normaal dat we zelf ook gecertificeerd zijn”, legt Mol uit. “Wij zijn immers ook een bedrijf, compleet met gebouwen, verlichting en een wagenpark.”

De eerste audit staat gepland voor na de zomer en met een beetje geluk is Gemeente Bronckhorst daarna gecertificeerd op niveau 3 van de CO2-Prestatieladder. Momenteel worden de voorbereidingen voor de audit getroffen, zoals het in kaart brengen van de CO2-footprint. Die zal vrij laag zijn, verwacht Mol: “We hebben al veel slagen gemaakt, gebruiken nauwelijks gas en wekken veel eigen energie op (de daken van het gemeentehuis en de gemeentewerf liggen vol met zonnepanelen).”

Toch is de gemeente nog niet klaar. Zo liggen er nog genoeg kansen om vervoersbewegingen binnen de organisatie te verduurzamen, besluit Mol: “Dat is het sterke aan de CO2-Prestatieladder: het laat zien wat je CO2-uitstoot nu precies is en waar de kansen liggen om die naar beneden te krijgen. Het is een goede stimulans, om nóg meer te doen.”

Prev:
Next: