arrow_back

Wetenschappers waarschuwen opnieuw voor klimaatverandering

In 1992 hebben meer dan 1.700 wetenschappers wereldwijd een verklaring uitgebracht om ons te waarschuwen voor de desastreuze gevolgen van klimaatverandering. De wetenschappers hebben vervolgens gekeken naar wat er de afgelopen 25 jaar is gedaan aan het voorkomen van de voorspelde gevolgen aan het milieu en de maatschappij. Nu blijkt dat er meer wetenschappers zich scharen achter de zogeheten ‘World Scientists’ Warning to Humanity’.

Waar worden we voor gewaarschuwd?

Het verslag is onlangs gepubliceerd door het American Institute of Biological Sciences.

In de waarschuwing is te lezen dat de klimaatverandering dringender is geworden door een stijgende hoeveelheid broeikasgasemissies als gevolg van fossiel brandstofverbruik. Verder wordt de landbouw, met name de vleesindustrie, als boosdoener genoemd.

De wetenschappers geven in het verslag een overzicht weer van milieuproblemen waar we de komende jaren steeds meer mee te maken krijgen.



1. De beschikbaarheid van zoetwaterbronnen neemt door klimaatverandering af

Uit de grafiek is te lezen dat de beschikbaarheid van zoetwaterbronnen per 1.000 kubieke meter flink is verminderd ten opzichte van 1960. De wetenschappers verwachten dat de temperatuurstijging van de aarde een groot impact heeft op de waterkringloop. Daarmee zal de beschikbaarheid van zoetwaterbronnen wereldwijd verder afnemen.


2. Toenemende CO2-concentraties in de atmosfeer

Het wereldwijd gebruik van fossiele brandstoffen leidt tot de uitstoot van broeikasgasemissies, zoals CO2. Sinds 1960 is het gebruik van fossiele brandstoffen enorm toegenomen en daarmee ook de CO2-emissies. Dit leidt tot opwarming van de aarde. Zo zouden de jaren met de hoogste temperaturen na 1998 zijn voorgekomen. In Nederland is 2016 het warmste jaar ooit gemeten sinds het begin van metingen in 1851, blijkt uit onderzoek van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI). Deze temperatuurstijging kent het KNMI toe aan toenemende concentraties van broeikasgassen, met name CO2.


3. Schade aan mariene ecosystemen

Niet alleen de welbekende plastic soep in de oceanen, maar ook overbevissing en fossiel brandstofverbruik leidt tot verminderde vispopulaties en schade aan mariene ecosystemen. De zogeheten ‘ocean dead zones’, gebieden in de oceaan waar voorheen organismen zijn te vinden, is sinds 1960 in grote aantallen toegenomen. Zo zou meer dan 600 mariene ecosystemen tot aan 2010 zijn aangetast.


4. Verlies van biodiversiteit

Uit onderzoek van het Wereld Natuurfonds blijkt dat de populatie van gewervelde dieren tussen 1970 en 2012 met 58 procent is afgenomen. Dit onderzoek wordt bevestigd door de wetenschappers in het World Scientists’ Warning to Humanity. De grootste oorzaak van biodiversiteitsverlies is schade en afname van de leefgebieden van deze dieren. Met name ontbossing voor de ontwikkeling van voedingsmiddelen, zoals palmolie, dragen daaraan bij.


5. Bevolkingsgroei en de opmars van de middenklasse

In de waarschuwing hebben de wetenschappers het niet alleen over een toenemende bevolkingsgroei, maar ook een wereldwijd groeiende middenklasse met meer koopkracht. Hoewel dit betekent dat levensstandaarden over de hele wereld verbeteren, krijgt deze doelgroep meer impact op het milieu door de keuzes die ze maken om bijvoorbeeld benzine- en dieselauto’s aan te schaffen, brandstof te verbruiken en daardoor meer CO2 uit te stoten.

Wat gaat er wel goed?

De wetenschappers hebben in de verklaring gelukkig niet alleen slecht nieuws te melden. Zo blijkt dat het gat in de ozonlaag kleiner wordt door verminderd gebruik van ozonafbrekende chemicaliën. Verder groeit het gebruik van hernieuwbare energie wereldwijd en hebben verschillende initiatieven succes getoond in het tegengaan van ontbossing.

In Nederland is het verbruik van hernieuwbare energie uit zon en wind met 5 procent gestegen in 2016 ten opzichte van het jaar daarvoor, blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Wereldwijd is de capaciteit van duurzame energie in 2016 met 9 procent gegroeid, blijkt uit cijfers van het duurzame energieplatform REN21. Internationale organisaties als de Wereldbank, de Europese Commissie en Greenpeace werken in dit platform samen. Volgens REN21 zou 20 tot 30 procent van de energiebehoefte van landen als Portugal en Ierland worden voorzien van duurzame energie.

Hoe kunnen organisaties bijdragen aan de oplossing?

Na het opsommen van alle obstakels waar milieu en maatschappij de komende jaren mee te maken krijgen, doen de wetenschappers ook een boekje open over wat we eraan kunnen doen. Stipt op nummer 1 dragen de wetenschappers aan als een van de oplossingen voor het klimaatprobleem: het verminderen van broeikasgasemissies, met name CO2, door energiebesparing en het gebruik van duurzame energiebronnen.

Om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden Celsius, zoals is vastgesteld in het Parijse Klimaatakkoord, moeten organisaties bijdragen aan de oplossing voor het klimaatprobleem. Dat kan door jaarlijks CO2-uitstoot te reduceren en het aandeel duurzaam energieverbruik te laten stijgen. Daarvoor biedt de CO2-Prestatieladder uitkomst. Als CO2-managementinstrument draagt de CO2-Prestatieladder bij aan de oplossing voor het klimaatprobleem door organisaties te stimuleren structureel hun CO2-uitstoot te verminderen. Uit eerder onderzoek blijkt dat organisaties die gecertificeerd zijn op de ladder twee keer meer CO2 reduceren (3,2 procent) dan het Nederlands gemiddelde (1,5 procent).



Prev:
Next: